Abstract

De uitdrukking survival of the fittest door Herbert Spencer gebruikt voor het resultaat van wat Charles Darwin natural selection noemde, kernbegrip in de evolutieleer, kan actueel potentieel ernstige misverstanden teweegbrengen. In de tijd van Darwin en Spencer betekende the fittest, diegene die het best bij een bepaalde (levens)omstandigheid past of die het beste erfelijke potentieel bezat om daarin te passen of zich aan te passen. Voor levende soorten is variatie een essentiële voorwaarde om in veranderende competitieve omstandigheden te blijven voortbestaan. De basis van Darwins evolutietheorie is dan ook erfelijke variatie binnen de soorten. Die laat toe dat min of meer passende varianten voorkomen die kunnen overleven en reproduceren. Minder aangepaste vinden minder voedsel, worden verdrongen en verdwijnen tenslotte: ze sterven uit. Ze worden op natuurlijke wijze weggeselecteerd. Dit is natuurlijke selectie. In de loop van de vorige eeuw nam een heel andere woordbetekenis van fit de overhand: die van ‘gezond, in goede lichamelijke conditie verkerend’. Om dat te begrijpen wordt eerst een korte historische beschrijving gegeven van twee Engelse termen to vet and to fit, die lange tijd vooral gebruikt werden in paardenwedrenmilieus. To vet betekent zorgvuldig onderzoeken op eigenschappen en geschiktheid alvorens toegelaten te worden in races, of, voor wat mensen betreft, in bepaalde functies. De term wordt in de literatuur vermoedelijk ten onrechte gelinkt aan veterinarian (vet). Fit, oorspronkelijk gebruikt voor ridders en militairen in de betekenis van aan elkaar gewaagd zijn, werd vooral toegepast bij nagenoeg even snelle renpaarden om toegelaten te worden tot welbepaalde wedrennen. Later werd to fit meer in het algemeen gebruikt om ‘bij elkaar (doen) passen’ aan te duiden en in de vorige eeuw werd de notie ‘in conditie’ of ‘en forme’ (in vorm) eraan gehecht, wellicht ook onder invloed van het woordgebruik in het renpaardenmilieu. Uiteindelijk kreeg de betekenis ‘gezond en/of sterk’ de overhand.

Highlights

  • Somewhat strangely, two similar sounding verbs, to vet and to fit, have been related with horses, with the way horses are trained, and with the practical organization of horse races

  • To vet has been connected with veterinarians examining race horses (Atwood Lawrence, 1989)

  • To fit was used in the competitive context – first in humans and later on in racing horses, but the meaning gradually changed to ‘healthy, strong and fast’ – in equines, and, and overwhelmingly this time, in humans. This change may have led to grave misunderstandings, especially in the evolutionary context of survival of the fittest

Read more

Summary

Introduction

Two similar sounding verbs, to vet and to fit, have been related with horses, with the way horses are trained, and with the practical organization of horse races. To vet has been connected with veterinarians examining race horses (Atwood Lawrence, 1989). To fit was used in the competitive context – first in humans and later on in racing horses, but the meaning gradually changed to ‘healthy, strong and fast’ – in equines, and, and overwhelmingly this time, in humans.

Results
Conclusion
Full Text
Published version (Free)

Talk to us

Join us for a 30 min session where you can share your feedback and ask us any queries you have

Schedule a call