Abstract
In culture filtrates ofCladosporium cucumerinum, the fungus causing cucumber scab, a constitutive, exocellular catechol oxidase was found; moreover, dihydroxy-phenylalanine and chlorogenic acid oxidases were produced. Catechol oxidase was detected in noticeable activity as soon as the pH of the culture medium had reached a value of 6.0, or if the medium was adjusted to this pH before sterilizing. The Michaelis constantK m of the fungal catechol oxidase was 62.5×10−3 M. In very young non-inoculated green and etiolated cucumber seedlings no catechol oxidase activity was found. In scab diseased seedlings of the susceptible variety ‘Lange Gele Tros’ high polyphenol oxidase activities were recorded. In seedlings of the resistant variety ‘Vios’ polyphenol oxidase was also produced upon inoculation, although in much lower activities. In both instances, the Michaelis constant proved to be 15.6×10−3 M. This difference in Michaelis constants of catechol oxidases of fungal culture filtrates and of diseased seedlings suggests, that the polyphenol oxidase activity in the diseased plant is of plant origin; however, the presence of the fungus seems to elicit its synthesis or its activation. Een onderzoek werd ingesteld naar het voorkomen van polyfenoloxydasen in relatie tot resistentie tegen en vatbaarheid voor vruchtvuur in komkommers. Daartoe werden de activiteiten van dit enzymsysteem (waarbij catecholoxydase als voorbeeld werd gekozen) van een vatbaar ras, ‘Lange Gele Tros’, en een resistent ras, ‘Vios’, met elkaar vergeleken, zowel in gezonde als in metCladosporium cucumerinum geinoculeerde zaailingen. Ook in cultuurfiltraten van de schimmel werd de polyfenoloxydase-activiteit bepaald. In cultuurfiltraten van de schimmel werd een constitutieve exocellulaire catecholoxydase gevonden; bovendien werden dihydroxy-fenylalanine en chlorogeenzuuroxydasen gevormd. Catecholoxydase werd alleen in aanzienlijke hoeveelheden geproduceerd indien de pH van het cultuurmedium tot 6.0 was gestegen, of indien de pH van te voren op 6.0 werd gebracht. De Michaelis-constanteK m van de schimmelcatecholoxydase bleek 62.5×10−3 M te zijn. In zeer jonge, niet-geinoculeerde “groene” en geetioleerde zaailingen werd geen catecholoxydase-activiteit gevonden. Hoge polyfenoloxydase-activiteiten werden daarentegen gemeten in geinoculeerde zaailingen van het vatbare ras, mits deze — na het oogsten — bevroren werden. Ook in zaailingen van het resistente ras werd na inoculatie polyfenoloxydase gevormd, hoewel met een veel geringere activiteit. In beide gevallen bleek de Michaelis-constante 15.6×10−3 M te zijn. Dit verschil in Michaelis-constanten van de schimmelcatecholoxydase en van die geproduceerd in geinoculeerde zaailingen suggereert, dat de polyfenoloxydase in het laatste geval niet van de schimmel stamt, doch dat infectie met de schimmel de plant induceert totde novo-produktie van dit enzym, of wel tot activering van een latente polyfenoloxydase. De betekenis van deze verhoogde polyfenoloxydase-activiteit na infectie voor de gastheer-parasiet-combinatie kan pas begrepen worden na een onderzoek naar het voorkomen van polyfenoloxydase-substraten in de gastheer.
Talk to us
Join us for a 30 min session where you can share your feedback and ask us any queries you have
Disclaimer: All third-party content on this website/platform is and will remain the property of their respective owners and is provided on "as is" basis without any warranties, express or implied. Use of third-party content does not indicate any affiliation, sponsorship with or endorsement by them. Any references to third-party content is to identify the corresponding services and shall be considered fair use under The CopyrightLaw.