On connecting socialism and mathematics: Dirk Struik, Jan Burgers, and Jan Tinbergen

Abstract

The Dutch mathematicians, Dirk Struik, Jan Burgers, and Jan Tinbergen, each struggled to find ways to combine their political and scientific aspirations. Although they came from similar social backgrounds and shared much the same scientific training—all were pupils of Paul Ehrenfest—their later approaches to this dilemma varied markedly. Struik's views on mathematics were the most radical, asserting that mathematical conceptions can better be understood in conjunction with larger social and intellectual processes. By contrast, of the three his mathematics changed the least under the influence of external factors. The approaches taken by Burgers and Tinbergen illustrate ways in which the social context can affect a mathematician's work. Their novel ideas helped launch a new paradigm for using mathematics to address social problems, viz., the notion of mathematical modeling, which superseded the conventional approach to applied mathematics. Die holländischen Mathematiker Dirk Struik, Jan Burgers, und Jan Tinbergen bemühten sich alle drei darum, einen Weg zu finden ihre politischen und wissenschaftlichen Ambitionen miteinander zu verbinden. Obwohl sowohl ihr sozialer Hintergrund, als auch ihre wissenschaftliche Ausbildung vergleichbar waren—alle drei waren Schuler von Paul Ehrenfest—unterschied sich ihr spateres Herangehen an diese Fragestellung. Struiks Ansichten über die Mathematik waren die radikalsten: Er bestand darauf, daß mathematische Ideen am besten im Zusammenhang mit dem sozialen und intellektuellen Kontext verstanden werden könnten. Im Vergleich der drei wandelte sich seine Mathematik am wenigsten unter äußeren Einflüssen. Die Antworten Burgers und Tinbergens auf die Frage, wie Mathematik und Sozialismus zu vereinigen seien, sind Beispiele dafür, wie der soziale Kontext die Arbeit eines Mathematikers beeinflussen kann. Ihre neuen Ideen halfen eine Auffassung einzuführen, welche die Mathematik dienstbar machen wollte, um soziale Probleme anzusprechen. Dies geschah durch den Begriff des “‘mathematischen Modellierens,“’ der die konventionelle Annäherung an die “‘Angewandte Mathematik“’ ersetzen sollte. Drie Nederlandse wiskundigen, Dirk Struik, Jan Burgers, en Jan Tinbergen, poogden ieder hun politieke en wetenschappelijke ambities op een lijn te brengen. Hun sociale achtergrond en wetenschappelijke opleiding, ze waren alledrie leerlingen van Paul Ehrenfest, was volkomen vergelijkbaar, maar de keuzes die ze maakten verschilden wezenlijk. Struiks opvatting over wiskunde was de meest radicale, namelijk dat (de historische ontwikkeling van) wiskundig werk slechts begrepen kan worden in relaties tot een sociale en intellectuele context. Zijn eigen wiskunde, echter, veranderde van de drie het minst onder invloeden van buiten. De antwoorden van Burgers en Tinbergen op de vraag hoe wiskunde en socialisme te verenigen, laten zien dat de sociale context inderdaad zijn weerslag heeft op het werk van de wiskundige. Hun vernicuwende ideen mondden uit in een nieuwe visie op het maatschappelijk dienstbaar maken van wiskunde. Zij brachten het begrip “wiskundig model“ naar voren, dat algemener was en in de plaats kwam van de traditionele benadering van “toegepaste wiskunde.“