Abstract
More literary critics outside Belgium and the Netherlands have written about Theo van Doesburg than from inside these countries. The first important monograph on him appeared in English - Theo van Doesburg - Propagandist and Practitioner of the Avant-Garde, 1909-1923, by Hannah Hedrick. Van Doesburg’s poetry developed in the direction of concrete poetry - the type of poetry in which the spatial, acoustic and visual characteristics of language are maximally utilized towards the creation of the poem. Word as sound and as image is foregrounded in concrete poetry, while the imaging of persons and subjective experience is eliminated as far as possible. The anecdotal or the epic component of the concrete poem is minimal and the language of this sort of poem has been reduced to the minimum. In the spirit of the theory of concrete poetry Van Doesburg advocates the liberation of art from all the commitments imposed upon it. That with which Van Doesburg began was continued by other poets, especially in Germanic literature by poets of the so-called neo-realism.
Highlights
The first im portant m onograph on him appeared in English - Theo van D oesburg - Propagandist and Practitioner o f the Avant-G arde, 1909-1923, by H annah H edrick
Van Doesbu rg ’s p o e try d ev elo p ed in th e d irectio n o f co n c re te p o e try - th e type o f poetry in which the spatial, acoustic and visual characteristics of language are maxim ally utilized tow ards the creation of the poem
W ord as sound and as image is foregrounded in concrete po etry, while the im aging o f persons and subjective experience is elim inated as far as possible
Summary
Een profeet wordt niet geëerd in eigen land. Dat is misschien in het bijzonder waar voor Theo van Doesburg (1883-1931) over wie meer literatoren in landen buiten Nederland en België geschreven hebben als in deze landen zelf. Hij heeft een aantal van deze gedichten nietemin opgenomen in afleveringen van De Stijl en wel vanaf 1920 na het verschijnen van het bekende manifest over de literatuur in 1920. Hij voerde bovengenoemde mystificatie ver cJoor en zette bijvoorbeeld in De Stijl V, 2 (1922) een advertentie met de aankondiging van een nieuw tijdschrift Mécano met als redactieleden I.K. Bonset en Theo van Doesburg! Met de gebruikmaking van een schuilnaam kon Van Doesburg misschien bij het publiceren van zijn gedichten de schijn vermijden dat hij zijn tijdschrift volschreef met zijn eigen poëzie. Misschien was dat niet zijn bedoeling, maar receptief leek het toch of deze gedichten kracht konden bijzetten aan argumenten die hij vanaf 1920 verkondigde over het beeld en het beeldende in de Hteratuur.
Talk to us
Join us for a 30 min session where you can share your feedback and ask us any queries you have
Disclaimer: All third-party content on this website/platform is and will remain the property of their respective owners and is provided on "as is" basis without any warranties, express or implied. Use of third-party content does not indicate any affiliation, sponsorship with or endorsement by them. Any references to third-party content is to identify the corresponding services and shall be considered fair use under The CopyrightLaw.