Abstract

Episodic memory is the conscious recollection of personal experiences. In clinical practice several episodic memory tests are used, but their validity as measures of an episodic memory construct is not clear. The sensitivity and specificity of variables hypothesized to represent a distinct psychological construct is established by a pattern of convergent and discriminant validity. Confirmatory factor analysis was used to analyse the correlations between four episodic memory tests: a standardized orientation questionnaire, free recall, and two delayed recognition memory tests. The episodic memory construct was contrasted with an executive functioning construct, measured by three variables: two tasks of semantic word fluency and the Expanded Mental Control Test. The measures were taken from 813 consecutive visitors of a psychogeriatric day care centre. As a set the four indicators of episodic memory provided reliable measurement of the construct. The same was true for the three measures of the executive functioning construct. However, the strong correlation (0.89) between the two constructs implies a lack of discriminant validity and suggests that processes of executive control contribute to the successful performance on episodic memory tasks. Episodisch geheugen is de bewuste herinnering van gebeurtenissen die iemand zelf heeft meegemaakt. In de klinische praktijk worden diverse episodische geheugentests gebruikt. Onderzoek van de constructvaliditeit laat zien of de gebruikte tests sensitieve en specifieke indicatoren zijn van het beoogde psychologische construct. In een confirmatieve factoranalyse werden de correlaties onderzocht tussen vier episodische geheugentaken (Cognitieve Screening Test, Vijf Afbeeldingen Test, Uitgestelde Herkenning en Visueel Geheugen uit de Amsterdamse Dementie Screeningstest) en drie niet-episodische taken als indicatoren van het construct uitvoerende controlefuncties (Categoriegebonden Woordproductie, ADS-Fluency en de Expanded Mental Control Test). De tests zijn afgenomen bij 813 achtereenvolgende bezoekers van een psychogeriatrische dagbehandeling. De vier episodische geheugentaken hebben confirmerende validiteit en zijn sensitieve indicatoren voor het episodisch geheugenconstruct. De drie andere taken hebben confirmerende validiteit voor het construct uitvoerende controlefuncties. De hoge correlatie (0,89) tussen de twee constructen wijst echter op het ontbreken van discriminerende validiteit. De indicatoren zijn weinig specifiek. Het verband tussen de constructen suggereert dat cognitieve controleprocessen belangrijk zijn voor een goede uitvoering van de hier gebruikte episodische geheugentaken.

Full Text
Published version (Free)

Talk to us

Join us for a 30 min session where you can share your feedback and ask us any queries you have

Schedule a call